Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
zn o, onzijdig van een afleiding van G05442
een versterkte plaats met een garnizoen, (versterkte) wachtpost, wachthuis, blokhuis
Tefillim, gebedsriem; De Joden gebruikten dit woord om smalle stroken perkament te beschrijven waarop de volgende gedeelten van de wet van Mozes waren geschreven: Ex. 13:1-10, 11-16; Deut. 6:4-9, 11:13-21, en die, opgeborgen in kleine doosjes, tijdens het gebed met een leren riempje bevestigd werden op hetvoorhoofd en de linkerarm tegenover het hart. Zodoende werden zij herinnerd aan de plicht de geboden van God in het hoofd en in het hart te dragen, volgens de richtlijnen van Ex. 13:16, Deut. 6:8, 11:18. Men meende dat deze rolletjes, net als amuletten, de macht hadden kwaad af te weren en demonen te verdrijven. De Farizeeën plachten hun gebedsriemen breed te maken, zodat zij meer zouden opvallen en ijveriger zouden lijken dan de meeste mensen, om zich te laten herinneren aan de wet van God.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
* φυλακτήριον, -ου, τό 1. an outpost, fortification (Thuc., al.). 2. a safeguard (Plat.). 3. an amulet (Plut., al.); in NT for the Talmudic תְּפִלִּין, a prayer fillet, a phylactery, a small strip of parchment on which portions of the law were written and worn on the forehead and next the heart (cf. Ex 13:16): Mt 23:5.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
φῠλᾰκ-τήριον, τό,Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!