Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Voor meer informatie: G. Abbott-Smith's A Manual Greek Lexicon of the New Testament (New York: Scribner's, 1922)
† χρεοφειλέτης (Rec. χρεω-, WH, χρεοφιλ-; v. WH, App., 152, 154), -ου, ὁ, (< χρέος, a debt, + ὀφειλέτης) [in LXX: Jb 31:37, Pr 29:13 * ;] a debtor: Lk 7:41 16:5.†Voor meer informatie: Henry George Liddell, Robert Scott, A Greek-English Lexicon (1940)
χρεωφειλ-έτης, ου, ὁ,Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!