H376_ אִישׁ
man, mannetje,echtgenoot,dienaar, persoon, mensheid, kampioen, ieder, groot man, menselijk wezen
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Mannen,

Statistieken

Komt 2010x voor in 38 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

'iysh, zn. mnl., TWOT 83a; afgeleid van אֱנוֹשׁ H582;


1) man;



Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H376 אִישׁ ʼîysh; contracted for 582 (or perhaps rather from an unused root meaning to be extant); a man as an individual or a male person; often used as an adjunct to a more definite term (and in such cases frequently not expressed in translation) — also, another, any (man), a certain, champion, consent, each, every (one), fellow, (foot-, husband-) man, (good-, great, mighty) man, he, high (degree), him (that is), husband, man(-kind), none, one, people, person, steward, what (man) soever, whoso(-ever), worthy. Compare 802.

Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אשׁשׁ H377 "sterk zijn, houdt u kloekelijk , vermant u"; Hebreeuws אִישׁ־בֹּשֶׁת H378 "Isboset , Isboseth"; Hebreeuws אִישְׁהוֹד H379 "ishod, Ishod"; Hebreeuws אִישׁוֹן H380 "nacht (holst vd), dicht, oogappel, zwart, man (kleine)"; Hebreeuws אִישׁ־חַיִל H381 "krijgslieden, groot van daden, krijgsman, kloek man, strijdbare mannen, man"; Hebreeuws אִישׁ־טוֹב H382 "mannen van Tob"; Hebreeuws אֱנוֹשׁ H582 "mens(en), mannelijk, lieden, mannelijke nakomeling, man, man(nen)"; Hebreeuws אֶשְׁבַּעַל H792 "Esbaal"; Hebreeuws אִשָּׁה H802 "bijvrouw, de een bij de ander, vrouw, huisvrouw, vrouwen, van vrouwelijk geslacht"; Hebreeuws בְּלִיַּעַל H1100 "Belial, waardeloosheid, boos, slecht, nietsnut, onvoordelig, waardeloos, ruine, vernietiging"; Hebreeuws בֶּן־יְמִינִי H1145 "Benjaminieten, zoon/zonen van Benjamin, man van, Benjaminiet, Benjamin, Benjaminieten"; Hebreeuws כִּתְלִישׁ H3798 "Chitlis , Kitlis";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel