Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
'ummah, zn. vr., van אֵם H00517; TWOT - 115e
1) mensen, volk (Gen. 25:16; Num. 25:15); 2) land, natie (Ps. 117:1)
Aram. אֻמָּה H524.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!