Concordantie

H842_ אֲשֵׁרָה

Asherah, gewijde paal, bos

Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Statistieken

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ʾăšērâ, persoonsnaam vrl.; TWOT 183h; Onzekere afkomst. Vergelijkbaar met het Assyrisch Aš-ra-tu (BDB, אֲשֵׁרָה), Ugar. a̧ṯrt (de vrouw van de god El), Akkad. godin Ashratu, SArab. godin אתרת (E. Klein, p. 59).

Asherah paal (Hazor)

1) gewijde paal (Ex. 34:13; Deut. 7:5; 12:3; etc.); 2) een Kanaïtische godin (Richt. 3:7);

Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

אֲשֵׁירָה; from 833; happy; Asherah (or Astarte) a Phoenician goddess; also an image of the same — grove. Compare 6253.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אָשַׁר ^H833 "betreden, gelukzalig, gelukzalig achten, in toom, gelukkig prijzen, gelukkig, prijzen, welgelukzalig"; Hebreeuws עַשְׁתָּרוֹת ^H6252 "Astarte, Astaroth, Ashtaroth"; Hebreeuws עַשְׁתֹּרֶת ^H6253 "Ashtoreth";

---

Literatuur

• Peter D.H. Broers, Woordenboek van het Bijbels Hebreeuws, , [2007], p. 33,
• Francis Brown, S.R. Driver, Charles A. Briggs, Brown-Driver-Briggs Hebrew and English Lexicon, , [1994], אֲשֵׁרָה,
• H.W.F. Gesenius, Hebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testament, , [1979], אֲשֵׁרָה,
• R. Laird Harris, Theological Wordbook of the Old Testament, , [2003], 183h,
• Ernest Klein, Comprehensive Etymological Dictionary of the Hebrew Language for Readers of English, , [2015], p. 59,

---

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!

---

Mede mogelijk dankzij