H1002_ בִּירָה
kasteel, tempel, paleis
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

kasteel, vesting, Paleis, Tempels,

Statistieken

Komt 16x voor in 4 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

bîrâ, zn van vreemde oorsprong; TWOT - 240


בִּירָה vr. 1) fort, kasteel, paleis (als het woord Phœnicio- Semitisch is, dan misschien afkomstig van אֲבִירָה "sterk, sterkte". Misschien van Perzische origine, cf. Pers. بارو baru, fort, kasteel, Sanscr. bura, buri, pur, Greek πύργος pyrgos en βάρις baris). Het komt vaak voor als שׁוּשַׁן הַבִּירָה Susan, het paleis, bijna altijd gebruikt van de koninklijke verblijfplaats (Neh. 1:1; Est. 1:2; 2:3, 8; 3:15; Dan. 8:2),  maar ook van de gehele aangrenzende stad (Esth. 1:5; 2:5; 8:14; 9:6, 11, 12 cf. Ezr. 6:2 בִּירָה H01001); welke in andere passages meer correct wordt genoemd הָעִיר שׁוּשַׁן (Esth. 3:15; 8:15). Wanneer toegepast op Jeruzalem dan wordt de vesting van de tempel bedoeld (Neh. 2:8). 2) een tempel (1 Kron. 29:1, 19).



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

בִּירָה n.f. castle, palace 1 of temple at Jerusalem 2 in these passages appar. means a fortress in the city bearing the same name

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1002 בִּירָה bîyrâh; of foreign origin; a castle or palace — palace.

Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden

Aramees בִּירָא H1001 "kasteel, burcht, citadel, paleis"; Hebreeuws בִּירָנִית H1003 "fort, burcht, kasteel, plaats (versterkte)";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs