H1263_ בָּרוּךְ
Baruch
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Baruch,

Statistieken

Komt 26x voor in 2 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

bārûk, persoonsnaam; Afgeleid van בָרַךְ H1288 "zegenen";


1) meerdere personen Baruch; 1a) Baruch, den zoon van Nerija (Jer. 32:12) en secretaris van de profeet Jeremia; 1b) Baruch, de zoon van Zabbai (Neh. 3:20); 1c) Baruch, de zoon van Kol-hose (Neh. 11:5).



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

בָּרוּךְ n.pr.m. (blessed 1 friend and amanuensis of Jeremiah 2 a priest, son of Zabbai (Zaccai) 3 son of Colhozeh, of the tribe of Judah

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1263 בָּרוּךְ Bârûwk; passive participle from 1288; blessed; Baruk, the name of three Israelites — Baruch.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws בָרַךְ H1288 "knielen, zegenen";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel