H1272_ בָּרַח
vlieden, verdrijven, dwars doorlopende, vluchten, op de vlucht zijn, doorschieten, de vlucht nemen
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 67x voor in 20 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

בָּרַח vb. go through, flee Qal 1 go or pass through, of bar 2 flee 3 flee = hasten, come quickly Hiph 1 pass through 2 cause to flee, put to flight

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1272 בָּרַח bârach; a primitive root; to bolt, i.e. figuratively, to flee suddenly — chase (away); drive away, fain, flee (away), put to flight, make haste, reach, run away, shoot.

Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws בְּרִיחַ H1280 "grendelboom, grendelen, dwarsbalk, grendels, richel, balken, richelen, grendel, dwarsbalken"; Hebreeuws בָּרִיחַ H1281 "als vluchtelingen, snelle, langwemelende, (ik) heb hen allen vluchtig doen nederdalen"; Hebreeuws מִבְרָח H4015 "fugitives";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen