Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
גְּדַלְיָ֫הוּn.pr.m. (Yah(u) is great1 governor of Judea 2 son of Pashur, one of the chiefs of Jerusalem in the time of Jeremiah 3 one of the sons of Jeduthun, in the time of David
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H1436גְּדַּלְיָהGᵉdalyâh; or (prolonged) גְּדַלְיָהוּ; from 1431 and 3050; Jah has become great; Gedaljah, the name of five Israelites — Gedaliah.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws גָּדַלH1431 "groot worden, groot maken, groot zijn, grote, verheffen (zich), opvoeden, opgroeien"; Hebreeuws יָהּH3050 "HEERE";