H1711_ דָּגָה
zich vermenigvuldigen (als vissen), voortleven, vermeerderen, toenemen
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 1x voor in 1 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

ww primitieve stam; TWOT - 401

Voorkomend in de LXX als: πληθυνωG4129 "vermeerderen, doen gedijen, toenemen, gedijen"; ανατρεπωG396 "omverwerpen, vernietigen, verwoesten";



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

[דָּגָה] vb. multiply, increase (intr.); Gn 48:16

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1711 דָּגָה dâgâh; a primitive root; to move rapidly; used only as a denominative from 1709; to spawn, i.e. become numerous — grow.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws דָּג H1709 "Vispoort, visharpoen, vissen, visserskrauwel, vis"; Hebreeuws דָּגָן H1715 "koren, hemelkoren, tarwe, koorn";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Hadderech