H1869_ דָּרַךְ
betreden, leiden, treden, spannen (boog), aanleggen (pijlen), den boog spannende, spannen (boog)
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Boogschutter,

Statistieken

Komt 63x voor in 18 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

die de boog spant



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

דָּרַךְ vb. tread, march Qal 1 tread, march, march forth 2 tread upon 3 tread wine- (or oil-) press 4 tread (i.e. bend) the bow Hiph 1 tread, tread down 2 tread (bend) the bow 3 causat. cause to tread or march, lead

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H1869 דָּרַךְ dârak; a primitive root; to tread; by implication, to walk; also to string a bow (by treading on it in bending) — archer, bend, come, draw, go (over), guide, lead (forth), thresh, tread (down), walk.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws דֶּרֶךְ H1870 "dagreizen, weg, richting"; Hebreeuws מִדְרָךְ H4096 "breadth";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

Hadderech