Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
זָרַעvb. sow, scatter seedQal1 lit. sow2 of shrub and tree producing, yielding seed3 fig. Niph. be sown, fructified1be sown2be fructified, made pregnantPu. of princes and judges under fig. of trees Hiph1produce seed2 of a woman, = bear a child
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H2232זָרַעzâraʻ; a primitive root; to sow; figuratively, to disseminate, plant, fructify — bear, conceive seed, set with sow(-er), yield.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws זְרוֹעַH2220 "man van geweld, kracht, strijdkrachten, er op uit, arm, schouder, macht"; Hebreeuws זֵרוּעַH2221 "zaaien, zaaizaad, zaaisel, zaaibaar"; Hebreeuws זֶרַעH2233 "korianderzaad, zaad, nakroost, nakomeling(en), zaadzaaiende, nageslacht"; Hebreeuws זֵרֹעַH2235 "het gezaaide, groenten"; Hebreeuws יִזְרְעֵאלH3157 "Jizreel (afst. v. Etam), Jizreel (zn v. Hosea), Jizreel (stad in Issakar), Jizreel (stad in de Negeb"; Hebreeuws מִזְרָעH4218 "thing sown";