Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
1) de vrijgelaten slaaf (Ex. 21:2ev.; Deut. 15:12ev.; Job 3:19; etc.), slaat altijd op een vrijgelaten slaaf, met slechts twee uitzonderingen (R. de Vaux, Vol. 1 p. 160); 1b) overdrachtelijk loslaten (Job 39:8); 2) vrijstelling van belasting en herendiensten (1 Sam. 17:25)
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!