Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
חֵץn.m. arrow
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H2671חֵץchêts; from 2686; also by interchange for 6086 properly, a piercer, i.e. an arrow; by implication, a wound; figuratively, (of God) thunder-bolt; the shaft of a spear — archer, arrow, dart, shaft, staff, wound.
Synoniemen, homoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws חִצִּיH2678 "pijl"; Hebreeuws חָצַץH2686 "de maat aangeven, schutters, gezamelijk, in hopen"; Hebreeuws חָצָץH2687 "pijlen, zandsteentjes, kiezel"; Hebreeuws עֵץH6086 "timber, gallows, staff, wood, tree, stick";