H3100_ יוֹאֵל
Joel
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Joel (personen), Joel (profeet), Joel, Vasni,

Statistieken

Komt 19x voor in 6 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

Jo'el, eigennaam van יהוה H03068 en אֵל H00410;


יוֹאֵל Jo'el "JHWH is God",  i.e. aanbidder van JHWH,

1) een profeet, zoon van Pethuel, Joel 1:1 ; 2) de oudste zoon van Samuel, 1 Sam. 8:2; 3) Simeonitisch aanvoerder; 4) Rubeniet; 5) aanvoerder van Gad; 6) zoon van Izraja en aanvoeder van Issakar; 7) broeder van Natan van Zoba en een van Davids machtige krijgers; 8) zoon van Pedaja en aanvoerder van de halve stam van Manasse ten westen van de Jordaan ten tijde van David; 9) zoon van Nebo die met Ezra uit de ballingschap terugkeerde en een buiten- landse vrouw had gehuwd; 10) Benjaminiet, zoon van Zikri; 11) Leviet; 12) Kohathitisch Leviet tijdens de regering van Hizkia; 13) Gersonitisch Leviet en aanvoeder ten tijde van David; 14) Gersonitisch Leviet, zoon van Jehiel en nakomeling van Ladan (mogelijk dezelfde als vermeld onder 13) ).

 



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

יוֹאֵל n.pr.m. (usu. interpr. as י׳ is God 1 Samuel’s firstborn 2 a Simeonite prince 3 a Reubenite 4 a Gadite chief 5 a chief man of Issachar 6 one of David’s heroes 7 a chief of Manasseh 8 a Jew of Ezra’s time 9 a Benjamite 10 the prophet, son of Pethuel 11 Levites

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H3100 יוֹאֵל Yôwʼêl; from 3068 and 410; Jehovah (is his) God; Joel, the name of twelve Israelites — Joel.

Synoniemen en afgeleide woorden

Grieks Ἰωήλ G2493 "Joel"; Hebreeuws אֵל H410 "God, god"; Hebreeuws יְהֹוָה H3068 "JHWH, HEERE, God, Godsnaam";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs