H3254_ יָסַף
toevoegen, vermeerderen, weer doen
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 211x voor in 31 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

יָסַף 214 vb. add Qal add Niph 1 join (intr.), join oneself to 2 be joined, added to Hiph 1 add 2 a sq. inf. add to do = do again or more b sq. Impf. c sq. Impf. asynd.

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H3254 יָסַף yâçaph; a primitive root; to add or augment (often adverbial, to continue to do a thing) — add, × again, × any more, × cease, × come more, conceive again, continue, exceed, × further, × gather together, get more, give more-over, × henceforth, increase (more and more), join, × longer (bring, do, make, much, put), × (the, much, yet) more (and more), proceed (further), prolong, put, be (strong-) er, × yet, yield.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws אֶלְיָסָף H460 "Eljasaf"; Hebreeuws יוֹסֵף H3130 "Jozef (priester), Jozef (zn. v. Jakob), Jozef (zn. v. Asaf), Jozef (vader v. Igal)"; Hebreeuws יוֹסִפְיָה H3131 "Josifja"; Aramees יְסַף H3255 "schenken, toevoegen";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij

KlussenKlussen