H3332_ יָצַק
aankleven, vast wezen, uitstorten, gieten, uitgieten, neerzetten, hard, gietwerk, doorgoten
Taal: Hebreeuws

Statistieken

Komt 52x voor in 14 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

יָצַק vb. pour, cast, flow Qal 1 pour, pour out 2 cast (objects of metal) 3 Pt.pass. as adj. fig. cast, hard, of crocodile’s scales 4 intrans. flow, pour Hiph. pour (oil) Hoph 1 be poured 2 Pt. = cast, molten 3 Pt., fig. firmly established

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H3332 יָצַק yâtsaq; a primitive root; properly, to pour out (transitive or intransitive); by implication, to melt or cast as metal; by extension, to place firmly, to stiffen or grow hard — cast, cleave fast, be (as) firm, grow, be hard, lay out, molten, overflow, pour (out), run out, set down, stedfast.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws יְצֻקָה H3333 "gegoten"; Hebreeuws מוּצַק H4164 "vexation, straitness, straitened"; Hebreeuws מוּצָקָה H4166 "pipe, cast";

Literatuur


Mede mogelijk dankzij