Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
יָשֵׁןadj. sleeping
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H3463יָשֵׁןyâshên; from 3462; sleepy — asleep, (one out of) sleep(-eth, -ing), slept.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws יָשֵׁןH3462 "inslapen, inburgeren, het oude dat verouderd is, dat overgebleven, ontslapen, verouderd, het overjar"; Hebreeuws יָשֵׁןH3464 "Jazen , Jasen";