vellen, afhouwen, uitroeien, afsnijden, maken (v.e. verbond), sluiten (v.e. verbond)
Taal: Hebreeuws
Statistieken
Komt 290x voor in 33 Bijbelboeken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H3772כָּרַתkârath; a primitive root; to cut (off, down or asunder); by implication, to destroy or consume; specifically, to covenant (i.e. make an alliance or bargain, originally by cutting flesh and passing between the pieces) — be chewed, be con-(feder-) ate, covenant, cut (down, off), destroy, fail, feller, be freed, hew (down), make a league (covenant), × lose, perish, × utterly, × want.