Aantekeningen bij de Bijbel
Vragen, overdenkingen en achtergronden over de Bijbel,
welke resulteren in allerlei aantekeningen.
H4910_ מָשַׁל
heersen
Taal: Hebreeuws
Statistieken
Komt 82x voor in 23 Bijbelboeken.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Woordstudie
māšal, ww., BDB 5757, TWOT 1259; Foen. משל regeren, heersen (E. Klein, p. 392)
1) qal heersen, heerschappij hebben (Gen. 3:16); 1a) niet gerechtigd zijn (Ex. 21:8); 2) hifil doen heersen (Dan. 11:4, 39); 2a) heerschappij voeren (Job 25:2); 2b) gemaakt om te heersen (Ps. 8:7), E. Klein vat dit op als een hofal (E. Klein, p. 392);
Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon
מָשַׁל vb. rule, have dominion, reign Qal 1 human subj., rule, have dominion over 2 of heavenly bodies 3 of God Hiph. cause to rule; exercise dominion
Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible
H4910 מָשַׁל mâshal; a primitive root; to rule — (have, make to have) dominion, governor, × indeed, reign, (bear, cause to, have) rule(-ing, -r), have power.
Synoniemen en afgeleide woorden
Hebreeuws מִמְשָׁל H4474 "dominion, ruled"; Hebreeuws מָשָׁל H4912 "spreuk"; Hebreeuws מֹשֶׁל H4915 "dominion, like";
Literatuur
Peter D.H. Broers, Woordenboek van het Bijbels Hebreeuws, , [2007], p. 221,
Francis Brown, S.R. Driver, Charles A. Briggs, Brown-Driver-Briggs Hebrew and English Lexicon, , [1994], 5757,
H.W.F. Gesenius, Hebrew-Chaldee Lexicon to the Old Testament, , [1979], ,
Ernest Klein, Comprehensive Etymological Dictionary of the Hebrew Language for Readers of English, , [2015], p. 392,
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!
Mede mogelijk dankzij
