Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
nōqēd, zn. mnl., TWOT 1411a, van נָקֹד H5348 (E. Klein, p. 425);
1) schapenhouder, herder (2 Kon. 3:4), mv. נֹּקְדִ֖ים (Am. 1:1);
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!