Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
ʿābad, ww.; TWOT 1553
1) qal werken, dienen (Gen. 14:4; 15:13; 29:15, 25; 30:26); 1b) nifal bewerken, dienen (Deut. 21:4; Pred. 5:8; Ezech. 36:9, 34 †); 1c) pual werd gewerkt, uitgevoerd worden (Deut. 21:3; Jes. 14:3 †); 1d) hifil doen werken (Ex. 1:13; 2 Kron. 2:18; 34:33; Jes. 43:23, 24; Jer. 17:4; Ezech. 29:18 †); 1e) hofal verleid om te dienen of was gemaakt om te dienen (Ex. 20:5; 23:24; Deut. 5:9; 13:2 †; E. Klein, p. 461)