Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
ʿîrād, persoonsnaam mnl.; Betekenis onzeker 1) "vluchteling, voortvluchtig" van ערד "uitdrijven, verdrijven" (U. Cassuto, p. 230) en dan gelijk als עֲרָד H6166 (Strong); 2) "wilde ezel" van עָרוֹד H6171 "wilde ezel" (U. Cassuto, p. 230); 3) "stedeling" (Keil & Delitzsch, Gen. 4:18) van Jered יֶרֶד H3382 (P. Broers, p. 273; U. Cassuto, p. 230) en dan een corrupte versie van עִיר H5862 (U. Cassuto, p. 230) is; 4) De vorm van de naam in de Septuagint Γαιδαδ, geeft aan dat de beginletter geen gewone Ayin is maar een Ghayin, overeenkomstig het Arabisch غ (de eerste δ is duidelijk een vergissing: ד Daleth in plaats van ר Reš); en aangezien het Arabische woord ghardun een "rieten hut" betekent, kunnen we onze passage, waarin wordt verteld dat Henoch de eerste stad bouwde en haar inwijdde, en dat zijn zoon werd genoemd met een naam die rieten hutten betekent, misschien beschouwen als een parallel met de Kanaänitische theogonische traditie die wordt vermeld door Philo Byblius, volgens welke Šeme Marom "Hoge Hemelen" (dit lijkt de juiste vorm van zijn naam te zijn) Tyrus aanstelde als zijn woonplaats en hutten van riet (καλύβας από καλἁμων), rietgras en papyrus heeft uitgevonden (U. Cassuto, p. 230-231). 5) "vloot" (Strong). echter niet duidelijk waar dit dan van is afgeleid.
1) persoonsnaam Hirad (Gen. 4:18 †).
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!