Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
ʿillēg, bv. nw.; TWOT 1623a; Afgeleid van het ww. עלג, methathesis van לָעַג H3932 (E. Klein, p. 472), cf. de nifal נִלְעַג "hij stotterde" in de zin עַ֣ם … נִלְעַ֥ג לָשֹׁ֖ון (Jes. 33:19; E. Klein, p. 303).
1) hapax stotteraar, alleen in mv. עִלְּגִ֔ים (Jes. 32:4).
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!