H6452_ פָּסַח
voorbijgaan, kreupel zijn
Taal: Hebreeuws

Onderwerpen

Kreupel,

Statistieken

Komt 8x voor in 4 Bijbelboeken.

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.

Woordstudie

een primitieve stam; TWOT - 1786,1787

Voorkomend in de LXX als: περιποιεομαιG4046 "maken dat overblijft, achterhouden, opzij leggen, sparen"; παρερχομαιG3928 "voorbijgaan, langs iets gaan";



Brown-Driver-Briggs Abridged Hebrew Lexicon

[פָּסַח] vb. limp Qal fig. Niph. and he fell and was made limping (lame). Pi. they went limping (along by the altar)

Strong Concise Dictionary Of The Words In The Hebrew Bible

H6452 פָּסַח pâçach; a primitive root; to hop, i.e. (figuratively) skip over (or spare); by implication, to hesitate; also (literally) to limp, to dance — halt, become lame, leap, pass over.

Synoniemen en afgeleide woorden

Hebreeuws פֶּסַח H6453 "Pascha, Pesach"; Hebreeuws פָּסֵחַ H6454 "Phaseah, Paseah"; Hebreeuws פִּסֵּחַ H6455 "lame"; Hebreeuws תִּפְסַח H8607 "Tifsah, Tiphsah";

Literatuur


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

Livius Onderwijs