Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
קֹהֶלֶת qōhelet "prediker"; De betekenis is enigszins raadselachtig, het werkwoord קָהַל qāhal betekent "in elkaar te zetten, roepen" (HALOT 1078-1079 s.v. קהל) en is afgeleid van het zn. קָהָל qāhāl "vergadering, samenkomst" (HALOT 1079-1080 s.v. קָהָל). Zo zou qōhelet kunnen betekenen: 1) voorzitter van de vergadering; 2) leider, spreker, leraar of prediker van de vergadering; 3) lid van de vergadering. Elders in Prediker wordt qōhelet gebruikt in verband met uitspraken over zijn positie als koning in Jeruzalem (Pred. 1:12), zijn proclamaties over het leven (Pred. 1:2; 7:27, 12:8), en zijn leer van de wijsheid en het schrijven van wijze uitspraken (Pred. 12:9-10). Dus waarschijnlijk betekent qōhelet "de leider van de vergadering" of "spreker van de vergadering".