Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
rāṭāš, ww.; TWOT 2158; vergelijkbaar met Aram. רְטַשׁ (E. Klein, p. 615)
1) qal verpletteren, in stukken scheuren; 1b) piel verpletteren, stuk gooien (2 Kon. 8:12; Jes. 13:18 †); 1c) pual vermorzeld worden (Jes. 13:16; Hos. 10:14; 14:1; Nah. 3:10);
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!