Vermeng wetenschap niet met levensbeschouwing

14 juli 2005

Prof. dr. Johan Bruinsma
is emeritus-hoogleraar biologie aan Wageningen Universiteit, waar hij zich heeft beziggehouden met de fysiologie van planten.

door Tjirk van der Ziel ©Nederlands Dagblad

Wanneer kwam u in aanraking met Intelligent Design?
"Ik heb de discussie over ID in de wetenschappelijke wereld altijd nauw gevolgd. Dat hing samen met mijn studie biologie, vlak na de Tweede Wereldoorlog. Ik was nog geen christen, maar had al wel twijfels over de evolutietheorie. Pas op latere leeftijd kwam ik tot geloof en ben ik die theorie opnieuw kritisch gaan bekijken. Toen zag ik dat men ondanks veel onderzoek nauwelijks verder was gekomen. Ik ben het eens met minister Van der Hoeven: er zitten nog veel witte plekken in de evolutieleer."

Voelt u zich verwant met de gedachte van een ontwerp?
"Zeer zeker. Ik geloof er in. In de natuur vind je overal duidelijk een bepaald ontwerp, in cellen, op het niveau van organismen. En zelfs in groter verband, de ecologie. De goudplevier in Alaska/Siberië eet in de poolzomer de helft van zijn gewicht erbij. Dan zet hij koers, de Grote Oceaan op, door weer en wind, precies naar de minieme Hawaï-eilanden, negentig uur non-stop met vijftig km per uur. Sneller zou inefficiënt zijn, langzamer te vermoeiend. Achthonderd km vóór Hawaï zou het vet op zijn, als de vogels niet energiesparend in V-formatie zouden vliegen. Als dit alles niet precies en volledig in het vogelkopje was geprogrammeerd, zou er geen pacifische goudplevier bestaan. Ik vind dit een fraai voorbeeld van niet-reduceerbaar complex ontwerp, want zoiets kan natuurlijk nooit in kleine stapjes zijn ontstaan."

Wat zijn uw bezwaren tegen de evolutietheorie?
"De evolutie leunt op twee mechanismen. Het eerste is de natuurlijke selectie. Wanneer bepaalde populaties langdurig onder uiteenlopende omstandigheden leven, dan kunnen zij zo sterk van elkaar gaan verschillen door selectie van de genetische gegevens, dat er nieuwe soorten ontstaan. Op dit punt had Darwin gelijk. Het betekent een wezenlijke uitbreiding van de variatie in de natuur, maar ook genetisch een verarming per soort. Het andere mechanisme zijn mutaties, ofwel toevallige veranderingen in de genetische structuur. Wetenschappers hebben na Darwin anderhalve eeuw flink gezocht, en wat blijkt? Mutaties zijn een verslechtering, in die zin dat vermeerdering van genetische informatie nooit is aangetoond. Zoals we uit de informatica weten, kan dat van toevallige veranderingen ook niet worden verwacht. Met andere woorden: men heeft nooit een mechanisme van genetische verrijking gevonden. En dat zal toch moeten, als je wilt spreken van een ontwikkeling van eencelligen naar complexere organismen als reptielen, zoogdieren en uiteindelijk de mens. We weten gewoon niet of déze evolutie, die als macro-evolutie wordt onderscheiden van micro-evolutie door selectie en mutatie, wel bestaat. In dit opzicht denk ik eerder creationistisch."

Hoe sterk staat het creationisme, wetenschappelijk gezien?
"Het creationisme is nog te fragmentarisch, en de wetenschappelijke onderbouwing met experimenten en waarnemingen door gebrek aan onderzoek helaas te mager. Maar, ik moet zeggen dat er bijvoorbeeld aanwijzingen zijn voor een zondvloed, en daarmee voor een relatief jonge aarde. Aan de oostkust van Canada liggen veel oude steenlagen aan de oppervlakte. Evolutionisten verwijzen naar dat gebied om aan te geven hoeveel miljoenen jaren nodig zijn geweest om zulke lagen te vormen, boven op elkaar. Maar ze vermelden niet dat hier en daar boomstammen zijn gevonden, rechtop, dwars door al die steenlagen heen. Die lagen moeten tijdens het leven van de bomen zijn gevormd, zoals door een zondvloed als wereldwijde catastrofe. Waarnemingen als deze worden echter niet serieus genomen. Artikelen hierover worden in wetenschapsbladen meestal geweigerd. Je zou zeggen dat natuurwetenschappers blij zijn met iets nieuws. Niks hoor. Over het algemeen zijn ze bijzonder conservatief. Iedere biologiestudent wordt tegenwoordig meestal zo doordrenkt met de evolutieleer, dat ze niet leren zich af te vragen of het allemaal wel waar is. Ik hoop dat ID die reflectie wel voor elkaar krijgt. Ik verwacht in ieder geval een doorbraak in ons wetenschappelijk inzicht in het ontwerp van het leven."

Kan een ontwerp los van een Ontwerper worden bestudeerd?
"Ik weet als gelovige wie de Ontwerper is, maar als natuurwetenschapper zal ik dat nooit zo zeggen. Ik zet hier duidelijk een streep. Andere wetenschappers zouden namelijk kunnen menen dat ik God via een achterdeur wil binnenlaten, en dat wil ik voorkomen. Het is immers niet juist om in een wetenschappelijk debat levensbeschouwelijke argumenten te hanteren. Een verstokte atheïst heeft het over een big bang, maar je moet hem niet vragen waar die dan vandaan komt. Daar heeft hij ook geen wetenschappelijk antwoord op. Ik vind dat zuiverder. Ik weet wel, de moderne wetenschap is niet voor niets een paar eeuwen geleden juist in het christelijke Westen ontstaan, omdat men er vanuit ging dat God de schepping ordelijk had geschapen. Die orde zou terug te vinden zijn in allerlei natuurwetten. Tóen spraken wetenschappers nog vrijuit over God. Nu we die wetten kennen, doen we dat niet meer. Gelukkig, anders ontstaat er maar spraakverwarring door vermenging van wetenschap met levensbeschouwing."

Is de Ontwerper niet veel belangrijker dan het ontwerp?
"Ik geneer me niet voor mijn geloof, maar voor mij is het een kwestie van zuiver debatteren. Natuurlijk, het speuren naar ontwerpen in de natuur sterkt mij persoonlijk in mijn geloof dat God bestaat. Ik hoop dan ook dat ID aanleiding geeft tot een verdere uitbouw van wetenschappelijk onderzoek om steeds dichter bij de Ontwerper uit te komen. Wetenschap is een fantastische bron tot verering van God. Maar het gaat mij om een duidelijk onderscheid tussen wetenschap bedrijven en uitspraken op grond van geloof. Dat is een principiële keuze."

Hoe gaat u dan om met de eerste hoofdstukken van Genesis?
"Ik probeer te lezen wat er staat, maar met de ogen van een gelovige. Het scheppingsverhaal is niet als wetenschap bedoeld, hoewel het een niet met het ander in strijd hoeft te zijn. Paulus zegt: 'Nu zie ik in raadsels, straks van aangezicht tot aangezicht'. Ik accepteer mijn beperktheid van inzicht, en daar kan ik mee leven. Wat ik lees is dat God zijn schepping goed noemt, en dat je nog niets leest over de dood. Ik denk dan ook dat de ontwikkeling van soorten door de micro-evolutie pas na de zondeval is ontstaan."


Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!


Mede mogelijk dankzij

StudieboekenStudieboeken