Zegenspreuk

Bijbelteksten

2 Corinthiers 13:14
Genesis 9:1En God zegende Noach en zijn zonen, en Hij zeide tot hen: Zijt vruchtbaar en vermenigvuldigt, en vervult de aarde!
Numeri 6:23Spreek tot Aaron en zijn zonen, zeggende: Alzo zult gijlieden de kinderen Israels zegenen, zeggende tot hen:
Numeri 6:24De HEERE zegene u, en behoede u!
Numeri 6:25De HEERE doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig!
Numeri 6:26De HEERE verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede!
Romeinen 16:24De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
1 Corinthiers 16:23De genade van den Heere Jezus Christus zij met u.
2 Corinthiers 13:13De genade van den Heere Jezus Christus, en de liefde van God, en de gemeenschap des Heiligen Geestes, zij met u allen. Amen.
Galaten 5:18Maar indien gij door den Geest geleid wordt, zo zijt gij niet onder de wet.
Efeziers 6:23Vrede zij den broederen, en liefde met geloof, van God den Vader, en den Heere Jezus Christus.
Efeziers 6:24De genade [zij] met al degenen, die onzen Heere Jezus Christus liefhebben in onverderfelijkheid. Amen.
Filippenzen 4:23De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
1 Thessalonicensen 5:28De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met ulieden. Amen.
2 Thessalonicensen 3:18De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
2 Timotheus 4:21Benaarstig u, om voor den winter te komen. U groet Eubulus, en Pudens, en Linus, en Klaudia, en al de broeders.
2 Timotheus 4:22De Heere Jezus Christus zij met uw geest. De genade zij met ulieden. Amen.
Filemon 1:3Genade zij ulieden en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus.
Filemon 1:25De genade van onzen Heere Jezus Christus zij met uw geest. Amen.
Hebreeen 13:25De genade zij met u allen. Amen.

Livius Onderwijs