Job 30:9 | Maar nu ben ik hun een snarenspel geworden, en ik ben hun tot een klapwoord. |
Psalm 4:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. |
Psalm 6:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth, op de Scheminith. |
Psalm 54:1 | Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth; |
Psalm 55:1 | Een onderwijzing van David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. |
Psalm 61:1 | [Een psalm van] David, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. |
Psalm 67:1 | Een psalm, een lied, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. |
Psalm 69:13 | Die in de poort zitten, klappen van mij; en ik ben een snarenspel dergenen, die sterken drank drinken. |
Psalm 76:1 | Een psalm, een lied van Asaf, voor den opperzangmeester, op de Neginoth. |
Psalm 77:7 | Ik dacht aan mijn snarenspel; in den nacht overlegde ik in mijn hart, en mijn geest onderzocht: |
Jesaja 38:20 | De HEERE was [gereed] om mij te verlossen; daarom zullen wij op mijn snarenspel spelen; al de dagen onzes levens, in het huis des HEEREN. |
Klaagliederen 3:14 | [He.] Ik ben al mijn volk tot belaching geworden, hun snarenspel den gansen dag. |
Klaagliederen 5:14 | De ouden houden op van de poort, de jongelingen van hun snarenspel. |
Habakuk 3:19 | De Heere HEERE is mijn Sterkte; en Hij zal mijn voeten maken als der hinden, en Hij zal mij doen treden op mijn hoogten. Voor den opperzangmeester op mijn Neginoth. |