Bomen

Bijbelteksten

1 Koningen 6:32De twee deuren ook waren van olieachtige bomen; en hij graveerde daarop graveringen van cherubs, en van palmbomen, en van open bloemen, dewelke hij met goud overtoog; ook trok hij goud over de cherubs en over de palmbomen.
1 Koningen 6:33En alzo maakte hij aan de deuren des tempels posten van olieachtige bomen, uit het vierde deel [van den wand].
2 Koningen 3:19En gij zult alle vaste steden, en alle uitgelezene steden slaan, en zult alle goede bomen vellen, en zult alle waterfonteinen stoppen; en alle goede stukken lands zult gij met stenen verderven.
2 Koningen 3:25De steden nu braken zij af, en een iegelijk wierp zijn steen op alle goede stukken lands, en zij vulden ze, en stopten alle waterfonteinen, en velden alle goede bomen, totdat zij in Kir-hareseth [alleen] de stenen daarvan lieten overblijven; en de slingeraars omsingelden en sloegen hen.
1 Kronieken 16:33Dan zullen de bomen des wouds juichen voor het aangezicht des HEEREN, omdat Hij komt, om de aarde te richten.
Nehemia 8:16En dat zij het zouden luidbaar maken, en een stem laten doorgaan door al hun steden, en te Jeruzalem, zeggende: Gaat uit op het gebergte, en haalt takken van olijfbomen, en takken van [andere] olieachtige bomen, en takken van mirtebomen, en takken van palmbomen, en takken van [andere] dichte bomen, om loofhutten te maken, als er geschreven is.
Nehemia 9:25En zij hebben vaste steden en een vet land ingenomen, en erfelijk bezeten, huizen, vol van alle goed, uitgehouwen bornputten, wijngaarden, olijfgaarden en bomen van spijze, in menigte; en zij hebben gegeten, en zijn zat en vet geworden, en hebben in wellust geleefd, door Uw grote goedigheid.
Nehemia 10:35Dat wij ook de eerstelingen onzes lands en de eerstelingen van alle vrucht van al het geboomte, jaar op jaar, zouden brengen ten huize des HEEREN;
Nehemia 10:37En dat wij de eerstelingen onzes deegs, en onze hefofferen, en de vrucht aller bomen, most en olie, zouden brengen tot de priesteren, in de kameren van het huis onzes Gods, en de tienden onzes lands tot de Levieten; en dat dezelfde Levieten de tienden zouden hebben in alle steden onzer landbouwerij;
Job 14:7Want voor een boom, als hij afgehouwen wordt, is er verwachting, dat hij zich nog zal veranderen, en zijn scheut niet zal ophouden.
Job 14:8Indien zijn wortel in de aarde veroudert, en zijn stam in het stof versterft;
Job 19:10Hij heeft mij rondom afgebroken, zodat ik henenga, en heeft mijn verwachting als een boom weggerukt.
Job 40:16Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks.
Job 40:17De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem.
Psalm 96:12Dat het veld huppele van vreugde met al wat er in is, dat dan al de bomen des wouds juichen.
Psalm 104:16De bomen des HEEREN worden verzadigd, de cederbomen van Libanon, die Hij geplant heeft;
Prediker 2:5Ik maakte mij hoven en lusthoven, en ik plantte bomen in dezelve, van allerlei vrucht.
Prediker 2:6Ik maakte mij vijvers van wateren, om daarmede te bewateren het woud, dat met bomen groende.
Prediker 11:3Als de wolken vol geworden zijn, zo storten zij plasregen uit op de aarde; en als de boom naar het zuiden, of als hij naar het noorden valt, in de plaats, waar de boom valt, daar zal hij wezen.
Hooglied 2:3Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er [onder], en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet.

Livius Onderwijs