Thomas

Bijbelteksten

Mattheus 10:3Filippus en Bartholomeus; Thomas en Mattheus, de tollenaar; Jakobus, de [zoon] van Alfeus, en Lebbeus, toegenaamd Thaddeus;
Markus 3:18En Andreas, en Filippus, en Bartholomeus, en Mattheus, en Thomas, en Jakobus, den [zoon] van Alfeus, en Thaddeus, en Simon Kananites,
Lukas 6:15Mattheus en Thomas, Jakobus, den [zoon] van Alfeus, en Simon genaamd Zelotes;
Johannes 11:16Thomas dan, genaamd Didymus, zeide tot [zijn] medediscipelen: Laat ons ook gaan, opdat wij met Hem sterven.
Johannes 14:5Thomas zeide tot Hem: Heere, wij weten niet, waar Gij heengaat; en hoe kunnen wij den weg weten?
Johannes 20:24En Thomas, een van de twaalven, gezegd Didymus, was met hen niet, toen Jezus [daar] kwam.
Johannes 20:26En na acht dagen waren Zijn discipelen wederom binnen, en Thomas met hen; [en] Jezus kwam, als de deuren gesloten waren, en stond in het midden, en zeide: Vrede zij ulieden!
Johannes 20:27Daarna zeide Hij tot Thomas: Breng uw vinger hier, en zie Mijn handen, en breng uw hand, en steek ze in Mijn zijde; en zijt niet ongelovig, maar gelovig.
Johannes 20:28En Thomas antwoordde en zeide tot Hem: Mijn Heere en mijn God!
Johannes 20:29Jezus zeide tot hem: Omdat gij Mij gezien hebt, Thomas, zo hebt gij geloofd; zalig [zijn zij], die niet zullen gezien hebben en [nochtans] zullen geloofd hebben.
Johannes 21:2Er waren te zamen Simon Petrus, en Thomas, gezegd Didymus, en Nathanael, die van Kana in Galilea was, en de [zonen] van Zebedeus, en twee anderen van Zijn discipelen.
Handelingen 1:13En als zij ingekomen waren, gingen zij op in de opperzaal, waar zij bleven, [namelijk] Petrus en Jakobus, en Johannes en Andreas, Filippus en Thomas, Bartholomeus en Mattheus, Jakobus, [de zoon] van Alfeus, en Simon Zelotes, en Judas, [de broeder] van Jakobus.

Livius Onderwijs