Meekrap

Bijbelteksten

Genesis 46:13En de zonen van Issaschar: Tola, en Puwa, en Job, en Simron.
Exodus 1:15Daarenboven sprak de koning van Egypte tot de vroedvrouwen der Hebreinnen, welker ener naam Sifra, en de naam der andere Pua was;
Richteren 10:1Na Abimelech nu stond op, om Israel te behouden, Thola, een zoon van Pua, zoon van Dodo, een man van Issaschar; en hij woonde te Samir, op het gebergte van Efraim.
Handelingen 16:14En een zekere vrouw, met name Lydia, een purperverkoopster, van de stad Thyatira, die God diende, hoorde [ons]; welker hart de Heere heeft geopend, dat zij acht nam op hetgeen van Paulus gesproken werd.

Hadderech