Psalm 102:12 | Mijn dagen zijn als een afgaande schaduw, en ik verdor als gras. |
Psalm 103:15 | De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij. |
Psalm 104:14 | Hij doet het gras uitspruiten voor de beesten, en het kruid tot dienst des mensen, doende het brood uit de aarde voortkomen. |
Psalm 106:20 | En zij veranderden hun Eer in de gedaante van een os, die gras eet. |
Psalm 129:6 | Laat hen worden als gras op de daken, hetwelk verdort, eer men het uittrekt; |
Psalm 129:6 | Laat hen worden als gras op de daken, hetwelk verdort, eer men het uittrekt; |
Psalm 147:8 | Die de hemelen met wolken bedekt, Die voor de aarde regen bereidt; Die het gras [op] de bergen doet uitspruiten; |
Spreuken 27:25 | Als het gras zich openbaart, en de grasscheuten gezien worden, laat de kruiden der bergen verzameld worden. |
Spreuken 27:25 | Als het gras zich openbaart, en de grasscheuten gezien worden, laat de kruiden der bergen verzameld worden. |
Hooglied 4:1 | Zie, gij zijt schoon, Mijn vriendin! zie, gij zijt schoon; uw ogen zijn duiven[ogen] tussen uw vlechten; uw haar is als een kudde geiten, die [het gras] van den berg Gileads afscheren. |
Hooglied 6:5 | Wend uw ogen van Mij af, want zij doen Mij geweld aan; uw haar is als een kudde geiten, die [het gras] van Gilead afscheren. |
Jesaja 15:6 | Want de wateren van Nimrim zullen enkel verwoesting wezen; want het gras is verdord, het tedere gras is vergaan, er is geen groente. |
Jesaja 35:7 | En het dorre land zal tot staand water worden, en het dorstige land tot springaders der wateren; in de woningen der draken, waar zij gelegen hebben, zal gras met riet en biezen zijn. |
Jesaja 37:27 | Daarom waren haar inwoners handeloos, zij waren verslagen en beschaamd; zij waren [als] het gras des velds en de groene grasscheutjes, [als] het hooi der daken, en het brandkoren, eer het overeind staat. |
Jesaja 40:6 | Een stem zegt: Roept! En hij zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras, en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds. |
Jesaja 40:7 | Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin blaast; voorwaar, het volk is gras. |
Jesaja 40:8 | Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid. |
Jesaja 42:15 | Ik zal bergen en heuvelen woest maken, en al hun gras zal Ik doen verdorren; en Ik zal de rivieren tot eilanden maken, en de poelen uitdrogen. |
Jesaja 44:4 | En zij zullen uitspruiten tussen in het gras, als de wilgen aan de waterbeken. |
Jesaja 51:12 | Ik, Ik ben het, Die u troost; wie zijt gij, dat gij vreest voor den mens, die sterven zal? en voor eens mensen kind, [dat] hooi worden zal? |