Uzzi

Bijbelteksten

1 Kronieken 6:5En Abisua gewon Bukki, en Bukki gewon Uzzi;
1 Kronieken 6:6En Uzzi gewon Zerahja, en Zerahja gewon Merajoth;
1 Kronieken 6:51Bukki zijn zoon; Uzzi zijn zoon; Serahja zijn zoon;
1 Kronieken 7:2De kinderen van Thola nu waren Uzzi, en Refaja, en Jeriel, en Jachmai, en Jibsam, en Samuel; hoofden van de huizen hunner vaderen, van Thola, kloeke helden in hun geslachten; hun getal was in de dagen van David twee en twintig duizend en zeshonderd.
1 Kronieken 7:3En de kinderen van Uzzi waren Jizrahja; en de kinderen van Jizrahja waren Michael, en Obadja, en Joel, [en] Jisia; deze vijf waren al te zamen hoofden.
1 Kronieken 7:7En de kinderen van Bela waren Ezbon, en Uzzi, en Uzziel, en Jerimoth, en Iri; vijf hoofden in de huizen der vaderen, kloeke helden; die, in geslachtsregisters gesteld zijnde, waren twee en twintig duizend en vier en dertig.
1 Kronieken 9:8En Jibnea, de zoon van Jeroham, en Ela, de zoon van Uzzi, den zoon van Michri; en Mesullam, de zoon van Sefatja, den zoon van Reuel, den zoon van Jibnija;
Ezra 7:4Den zoon van Zerahja, den zoon van Uzzi, den zoon van Bukki,
Nehemia 11:22En der Levieten opziener te Jeruzalem was Uzzi, de zoon van Bani, den zoon van Hasabja, den zoon van Matthanja, den zoon van Micha; van de kinderen van Asaf waren de zangers tegenover het werk van Gods huis.
Nehemia 12:19En van Jojarib, Matthenai; van Jedaja, Uzzi;
Nehemia 12:42Voorts Maaseja, en Semaja, en Eleazar, en Uzzi, en Johanan, en Malchia, en Elam, en Ezer; ook lieten zich de zangers horen, met Jizrahja, den opziener.

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel