Psalm 25:15 | [Ain.] Mijn ogen zijn geduriglijk op den HEERE, want Hij zal mijn voeten uit het net uitvoeren. |
Psalm 34:16 | [Ain.] De ogen des HEEREN zijn op de rechtvaardigen, en Zijn oren tot hun geroep. |
Psalm 111:8 | [Samech.] Zij zijn ondersteund voor altoos en in eeuwigheid; [Ain.] zijnde gedaan in waarheid en oprechtigheid. |
Psalm 112:8 | [Samech.] Zijn hart, wel ondersteund zijnde, zal niet vrezen; [Ain.] totdat hij op zijn wederpartijen zie. |
Psalm 119:121 | Ain. Ik heb recht en gerechtigheid gedaan; geef mij niet over aan mijn onderdrukkers. |
Psalm 145:15 | [Ain.] Aller ogen wachten op U; en Gij geeft hun hun spijs te zijner tijd. |
Spreuken 31:25 | [Ain.] Sterkte en heerlijkheid zijn haar kleding; en zij lacht over den nakomenden dag. |
Klaagliederen 1:16 | [Ain.] Om dezer dingen wille ween ik; mijn oog, mijn oog vliet af van water, omdat de trooster, die mijn ziel zou verkwikken, verre van mij is; mijn kinderen zijn verwoest, omdat de vijand de overhand heeft. |
Klaagliederen 2:17 | [Ain.] De HEERE heeft gedaan, wat Hij gedacht had, Hij heeft Zijn woord vervuld, dat Hij bevolen had van oude dagen; Hij heeft afgebroken en niet gespaard; en Hij heeft den vijand over u verblijd, Hij heeft den hoorn uwer tegenpartijders verhoogd. |
Klaagliederen 3:49 | [Ain.] Mijn oog vliet, en kan niet ophouden, omdat er geen rust is; |
Klaagliederen 3:50 | [Ain.] Totdat [het] de HEERE van den hemel aanschouwe, en [het] zie. |
Klaagliederen 3:51 | [Ain.] Mijn oog doet mijn ziele [moeite] aan, vanwege al de dochteren mijner stad. |
Klaagliederen 4:17 | [Ain.] Nog bezweken ons onze ogen, [ziende] naar onze ijdele hulp; wij gaapten met ons gapen op een volk, [dat] niet kon verlossen. |