Leviticus 26:16 | Dit zal Ik u ook doen, dat Ik over u stellen zal verschrikking, tering en koorts, die de ogen verteren en de ziel pijnigen; gij zult ook uw zaad te vergeefs zaaien, en uw vijanden zullen dat opeten. |
Deuteronomium 28:22 | De HEERE zal u slaan met tering, en met koorts, en met vurigheid, en met hitte, en met droogte, en met brandkoren, en met honigdauw, die u vervolgen zullen, totdat gij omkomt. |
Habakuk 3:5 | Voor Zijn aangezicht ging de pestilentie, en de vurige kool ging voor Zijn voeten henen. |
Mattheus 8:14 | En Jezus gekomen zijnde in het huis van Petrus, zag zijn vrouws moeder [te bed] liggen, hebbende de koorts. |
Mattheus 8:15 | En Hij raakte haar hand aan, en de koorts verliet haar; en zij stond op, en diende henlieden. |
Markus 1:30 | En Simons vrouws moeder lag met de koorts; en terstond zeiden zij Hem van haar. |
Markus 1:31 | En Hij, tot haar gaande, vatte haar hand, en richtte haar op; en terstond verliet haar de koorts, en zij diende henlieden. |
Lukas 4:38 | En [Jezus], opgestaan zijnde uit de synagoge, ging in het huis van Simon; en Simons vrouws moeder was met een grote koorts bevangen, en zij baden Hem voor haar. |
Lukas 4:39 | En staande boven haar, bestrafte Hij de koorts, en [de koorts] verliet haar; en zij van stonde aan opstaande, diende henlieden. |
Johannes 4:52 | Zo vraagde hij dan van hen de ure, in welke het beter met hem geworden was. En zij zeiden tot hem: Gisteren te zeven ure verliet hem de koorts. |
Handelingen 28:8 | En het geschiedde, dat de vader van Publius, met koortsen en den roden loop bevangen zijnde, te bed lag; tot denwelken Paulus inging, en als hij gebeden had, legde hij de handen op hem, en maakte hem gezond. |