Dieren (hiernamaals)

Bijbelteksten

Prediker 3:21Wie merkt, dat de adem van de kinderen der mensen opvaart naar boven, en de adem der beesten nederwaarts vaart in de aarde?
Jesaja 11:6En de wolf zal met het lam verkeren, en de luipaard bij den geitenbok nederliggen; en het kalf, en de jonge leeuw, en het mestvee te zamen, en een klein jongske zal ze drijven.
Jesaja 11:7De koe en de berin zullen te zamen weiden, haar jongen zullen [te zamen] nederliggen, en de leeuw zal stro eten, gelijk de os.
Jesaja 11:8En een zoogkind zal zich vermaken over het hol van een adder; en een gespeend kind zal zijn hand uitsteken in de kuil van den basilisk.
Jesaja 65:25De wolf en het lam zullen te zamen weiden, en de leeuw zal stro eten als een rund, en stof zal de spijze der slang zijn; zij zullen geen kwaad doen noch verderven op Mijn gansen heiligen berg zegt de HEERE.

StudieboekenStudieboeken