Jodenvervolging

Bijbelteksten

Esther 3:13De brieven nu werden gezonden door de hand der lopers tot al de landschappen des konings, dat men zou verdelgen, doden en verdoen al de Joden, van den jonge tot den oude toe, de kleine kinderen en de vrouwen, op een dag, op den dertienden der twaalfde maand (deze is de maand Adar), en dat men hun buit zou roven.
Prediker 4:1Daarna wende ik mij, en zag aan al de onderdrukkingen, die onder de zon geschieden; en ziet, er waren de tranen der verdrukten, en dergenen, die geen trooster hadden; en aan de zijde hunner verdrukkers was macht, zij daarentegen hadden geen vertrooster.
Mattheus 5:10Zalig [zijn] die vervolgd worden om der gerechtigheid wil; want hunner is het Koninkrijk der hemelen.
Mattheus 5:11Zalig zijt gij, als u [de mensen] smaden, en vervolgen, en liegende alle kwaad tegen u spreken, om Mijnentwil.
Mattheus 5:12Verblijdt en verheugt [u]; want uw loon [is] groot in de hemelen; want alzo hebben zij vervolgd de profeten, die voor u [geweest zijn].
Handelingen 18:2En vond een zekeren Jood, met name Aquila, van geboorte uit Pontus, die onlangs van Italie gekomen was, en Priscilla, zijn vrouw, (omdat Claudius bevolen had, dat al de Joden uit Rome vertrekken zouden), en hij ging tot hen;

Doneer Aantekeningen bij de Bijbel