Exodus 7:12 | Want een iegelijk wierp zijn staf neder, en zij werden tot draken; maar Aarons staf verslond hun staven. |
Leviticus 11:30 | En de zwijnegel, en de krokodil, en de hagedis, en de slak, en de mol; |
Job 40:20 | Zult gij den Leviathan met den angel trekken, of zijn tong met een koord, [dat] gij laat nederzinken? |
Jeremia 51:34 | Nebukadrezar, de koning van Babel, heeft mij opgegeten, hij heeft mij verpletterd, hij heeft mij gesteld [als] een ledig vat, hij heeft mij verslonden als een draak, hij heeft zijn balg gevuld van mijn lekkernijen; hij heeft mij verdreven. |
Ezechiel 29:3 | Spreek en zeg: Zo zegt de Heere HEERE: Zie, Ik [wil] aan u, o Farao, koning van Egypte! dien groten zeedraak, die in het midden zijner rivieren ligt; die daar zegt: Mijn rivier is de mijne, en ik heb [die] voor mij gemaakt. |
Ezechiel 32:2 | Mensenkind! hef een klaaglied op over Farao, den koning van Egypte, en zeg tot hem: Gij waart een jongen leeuw onder de heidenen gelijk; en gij waart als een zeedraak in de zeeen, en braakt voort in uw rivieren, en beroerdet het water met uw voeten, en vermodderdet hunlieder rivieren. |