Exodus 7:18 | En de vis in de rivier zal sterven, zodat de rivier zal stinken; en de Egyptenaars zullen vermoeid worden, dat zij het water uit de rivier drinken mogen. |
Exodus 15:22 | Hierna deed Mozes de Israelieten voortreizen van de Schelfzee af; en zij trokken uit tot in de woestijn Sur, en zij gingen drie dagen in de woestijn, en vonden geen water. |
Exodus 15:25 | Hij dan riep tot den HEERE; en de HEERE wees hem een hout, dat wierp hij in dat water; toen werd het water zoet. Aldaar stelde Hij het [volk] een inzetting en recht, en aldaar verzocht Hij hetzelve, |
Leviticus 8:21 | Doch het ingewand en de schenkelen wies hij met water; en Mozes stak dien gehelen ram aan op het altaar; het was een brandoffer tot een liefelijken reuk, een vuuroffer was het den HEERE, gelijk als de HEERE Mozes geboden had. |
Leviticus 14:50 | En hij zal den enen vogel slachten in een aarden vat, over levend water. |
Richteren 4:19 | Daarna zeide hij tot haar: Geef mij toch een weinig waters te drinken, want mij dorst. Toen opende zij een melkfles, en gaf hem te drinken, en dekte hem toe. |
Psalm 58:8 | Laat hen smelten als water, laat hen daarhenen drijven; legt hij zijn pijlen aan, laat hen zijn, alsof zij afgesneden waren. |
Spreuken 25:25 | Een goede tijding uit een ver land is als koud water op een vermoeide ziel. |
Spreuken 30:16 | Het graf, de gesloten baarmoeder, de aarde, [die] van water niet verzadigd wordt, en het vuur zegt niet: Het is genoeg! |
Jesaja 1:22 | Uw zilver is geworden tot schuim; uw wijn is vermengd met water. |
Jesaja 3:1 | Want ziet, de Heere, HEERE der heirscharen, zal van Jeruzalem en van Juda wegnemen den stok en den staf, allen stok des broods, en allen stok des waters; |
Jesaja 43:2 | Wanneer gij zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, en door de rivieren, zij zullen u niet overstromen; wanneer gij door het vuur zult gaan, zult gij niet verbranden, en de vlam zal u niet aansteken. |
Jesaja 43:20 | Het gedierte des velds zal Mij eren, de draken en de jonge struisen; want Ik zal in de woestijn wateren geven, [en] rivieren in de wildernis, om Mijn volk, Mijn uitverkorenen drinken te geven. |
Jeremia 13:1 | Alzo heeft de HEERE tot mij gezegd: Ga henen, en koop u een linnen gordel, en doe dien aan uw lenden, maar breng hem niet in het water. |
Klaagliederen 5:4 | Ons water moeten wij voor geld drinken; ons hout komt [ons] op prijs te staan. |
Mattheus 14:25 | Maar ter vierde wake des nachts kwam Jezus af tot hen, wandelende op de zee. |
Johannes 2:7 | Jezus zeide tot hen: Vult de watervaten met water. En zij vulden ze tot boven toe. |
Johannes 2:9 | Als nu de hofmeester het water, dat wijn geworden was, geproefd had (en hij wist niet, van waar [de wijn] was; maar de dienaren, die het water geschept hadden, wisten het), zo riep de hofmeester den bruidegom. |
Johannes 3:5 | Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand niet geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan. |
Johannes 4:7 | Er kwam een vrouw uit Samaria om water te putten. Jezus zeide tot haar: Geef Mij te drinken. |