Maria (moeder v. Jezus)

Bijbelteksten

Johannes 2:1En op den derden dag was er een bruiloft te Kana in Galilea; en de moeder van Jezus was aldaar.
Johannes 2:3En als er wijn ontbrak, zeide de moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn.
Johannes 2:5Zijn moeder zeide tot de dienaars: Zo wat Hij ulieden zal zeggen, doet [dat].
Johannes 2:12Daarna ging Hij af naar Kapernaum, Hij, en Zijn moeder, en Zijn broeders, en Zijn discipelen; en zij bleven aldaar niet vele dagen.
Johannes 19:25En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder en Zijner moeders zuster, Maria, [de vrouw] van Klopas, en Maria Magdalena.
Johannes 19:26Jezus nu, ziende [Zijn] moeder, en den discipel, dien Hij liefhad, daarbij staande, zeide tot Zijn moeder: Vrouw, zie, uw zoon.
Handelingen 1:14Deze allen waren eendrachtelijk volhardende in het bidden en smeken, met de vrouwen, en Maria, de moeder van Jezus, en met Zijn broederen.

KlussenKlussen