Synagoge

Bijbelteksten

Jesaja 56:7Die zal Ik ook brengen tot Mijn heiligen berg, en Ik zal hen verheugen in Mijn bedehuis; hun brandoffers en hun slachtoffers zullen aangenaam wezen op Mijn altaar; want Mijn huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken.
Mattheus 4:23En Jezus omging geheel Galilea, lerende in hun synagogen en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekte en alle kwale onder het volk.
Mattheus 6:2Wanneer gij dan aalmoes doet, zo laat voor u niet trompetten, gelijk de geveinsden in de synagogen en op de straten doen, opdat zij van de mensen geeerd mogen worden. Voorwaar zeg Ik u: Zij hebben hun loon weg.
Mattheus 6:5En wanneer gij bidt, zo zult gij niet zijn gelijk de geveinsden; want die plegen gaarne, in de synagogen en op de hoeken der straten staande, te bidden, opdat zij van de mensen mogen gezien worden. Voorwaar, Ik zeg u, dat zij hun loon weg hebben.
Mattheus 9:35En Jezus omging al de steden en vlekken, lerende in hun synagogen, en predikende het Evangelie des Koninkrijks, en genezende alle ziekten en alle kwalen onder het volk.
Mattheus 10:17Maar wacht u voor de mensen; want zij zullen u overleveren in de raadsvergaderingen, en in hun synagogen zullen zij u geselen.
Mattheus 12:9En van daar voortgaande, kwam Hij in hun synagoge.
Mattheus 13:54En gekomen zijnde in Zijn vaderland, leerde Hij hen in hun synagoge, zodat zij zich ontzetten, en zeiden: Van waar [komt] Dezen die wijsheid en die krachten?
Mattheus 23:6En zij beminnen de vooraanzitting in de maaltijden, en de voorgestoelten in de synagogen;
Mattheus 23:34Daarom ziet, Ik zend tot u profeten, en wijzen, en schriftgeleerden, en uit dezelve zult gij [sommigen] doden en kruisigen, en [sommigen] uit dezelve zult gij geselen in uw synagogen, en zult hen vervolgen van stad tot stad;
Markus 1:21En zij kwamen binnen Kapernaum; en terstond op den sabbatdag in de synagoge gegaan zijnde, leerde Hij.
Markus 1:23En er was in hun synagoge een mens, met een onreinen geest, en hij riep uit,
Markus 1:29En van stonde aan uit de synagoge gegaan zijnde, kwamen zij in het huis van Simon en Andreas, met Jakobus en Johannes.
Markus 1:39En Hij predikte in hun synagogen, door geheel Galilea, en wierp de duivelen uit.
Markus 3:1En Hij ging wederom in de synagoge; en aldaar was een mens, hebbende een verdorde hand.
Markus 5:22En ziet, er kwam een van de oversten der synagoge, met name Jairus; en Hem ziende, viel hij aan Zijn voeten,
Markus 5:35Terwijl Hij nog sprak, kwamen [enigen] van [het huis] des oversten der synagoge, zeggende: Uw dochter is gestorven; wat zijt gij den Meester nog moeilijk?
Markus 5:36En Jezus, terstond gehoord hebbende het woord, dat er gesproken werd, zeide tot den overste der synagoge: Vrees niet; geloof alleenlijk.
Markus 5:38En kwam in het huis des oversten der synagoge; en zag de beroerte [en degenen], die zeer weenden en huilden.
Markus 6:2En als het sabbat geworden was, begon Hij in de synagoge te leren; en velen, die [Hem] hoorden, ontzetten zich, zeggende: Van waar [komen] Dezen deze dingen, en wat wijsheid is dit, die Hem gegeven is, dat ook zulke krachten door Zijn handen geschieden?