Salomo (koning)

Bijbelteksten

1 Koningen 5:10Alzo gaf Hiram aan Salomo cederenhout en dennenhout, [naar] al zijn wil.
1 Koningen 5:11En Salomo gaf Hiram twintig duizend kor tarwe, tot spijze van zijn huis, en twintig kor gestoten olie; zulks gaf Salomo aan Hiram jaar op jaar.
1 Koningen 5:12De HEERE dan gaf Salomo wijsheid, gelijk als Hij tot hem gesproken had; en er was vrede tussen Hiram en tussen Salomo, en zij beiden maakten een verbond.
1 Koningen 5:13En de koning Salomo deed een uitschot opkomen uit gans Israel; en het uitschot was dertig duizend man.
1 Koningen 5:15Daartoe had Salomo zeventig duizend, die last droegen, en tachtig duizend houwers op het gebergte.
1 Koningen 5:16Behalve de oversten van Salomo's bestelden, die over dat werk waren, drie duizend en driehonderd, die heerschappij hadden over het volk, hetwelk dat werk deed.
1 Koningen 5:18En de bouwlieden van Salomo, en de bouwlieden van Hiram, en de Giblieten behieuwen ze, en bereidden het hout toe, en de stenen, om dat huis te bouwen.
1 Koningen 6:1Het geschiedde nu in het vierhonderd en tachtigste jaar, na den uitgang der kinderen Israels uit Egypte, in het vierde jaar van het koninkrijk van Salomo over Israel, in de maand Ziv (deze is de tweede maand), dat hij het huis des HEEREN bouwde.
1 Koningen 6:2En dat huis, hetwelk de koning Salomo den HEERE bouwde, was van zestig ellen in zijn lengte, en van twintig in zijn breedte, en van dertig ellen in zijn hoogte.
1 Koningen 6:11Toen geschiedde het woord des HEEREN tot Salomo, zeggende:
1 Koningen 6:14Alzo bouwde Salomo dat huis en volmaakte hetzelve.
1 Koningen 6:21En Salomo overtoog het huis van binnen met gesloten goud; en hij toog voor de aanspraakplaats [een voorhang] henen door met gouden ketenen, en overtoog dien met goud.
1 Koningen 7:1Maar aan zijn huis bouwde Salomo dertien jaren, en hij volmaakte zijn ganse huis.
1 Koningen 7:8En [aan] zijn huis, alwaar hij woonde, was een ander voorhof, [meer] inwaarts dan dat voorhuis, hetwelk aan hetzelve werk gelijk was; ook maakte hij voor de dochter van Farao, die Salomo [tot vrouw] genomen had, een huis, aan dat voorhuis gelijk.
1 Koningen 7:13En de koning Salomo zond heen, en liet Hiram van Tyrus halen.
1 Koningen 7:14Hij was de zoon ener weduwvrouw, uit den stam van Nafthali, en zijn vader was een man van Tyrus geweest, een koperwerker, die vervuld was met wijsheid, en met verstand, en met wetenschap, om alle werk in het koper te maken; deze kwam tot den koning Salomo, en maakte al zijn werk.
1 Koningen 7:40Daartoe maakte Hiram de wasvaten, en de schoffelen, en de besprengbekkens; en Hiram voleindde al het werk te maken, dat hij voor den koning Salomo maakte voor het huis des HEEREN;
1 Koningen 7:45De potten ook, en de schoffelen, en de besprengbekkens, en al deze vaten, die Hiram voor den koning Salomo tot het huis des HEEREN maakte, [alle] van gepolijst koper.
1 Koningen 7:47En Salomo liet al deze vaten [ongewogen] vanwege de zeer grote menigte; het gewicht des kopers werd niet onderzocht.
1 Koningen 7:48Ook maakte Salomo al de vaten, die voor het huis des HEEREN waren; het gouden altaar, en de gouden tafel, op dewelke de toonbroden waren;

StudieboekenStudieboeken