Job 4:19 | Hoeveel te min [op] degenen, die lemen huizen bewonen, welker grondslag in het stof is? Zij worden verbrijzeld voor de motten. |
Job 13:28 | En hij veroudert als een verrotting, als een kleed, dat de mot opeet. |
Jesaja 51:8 | Want de mot zal ze opeten als een kleed, en het schietwormpje zal ze opeten als wol; maar Mijn gerechtigheid zal in eeuwigheid zijn, en Mijn heil van geslacht tot geslachten. |
Hosea 5:12 | Daarom zal Ik Efraim zijn als een mot, en den huize van Juda als een verrotting. |
Mattheus 6:19 | Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en de roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen; |
Mattheus 6:20 | Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen; |
Lukas 12:33 | Verkoopt hetgeen gij hebt, en geeft aalmoes. Maakt uzelven buidels, die niet verouden, een schat, die niet afneemt, in de hemelen, daar de dief niet bijkomt, noch de mot verderft. |
Jakobus 5:2 | Uw rijkdom is verrot, en uw klederen zijn van de motten gegeten geworden; |