Genesis 30:37 | Toen nam zich Jakob roeden van groen populierenhout, en van hazelaar, en van kastanje; en hij schilde daarin witte strepen, ontblotende het wit, hetwelk aan die roeden was. |
Psalm 137:2 | Wij hebben onze harpen gehangen aan de wilgen, die daarin zijn. |
Jesaja 15:7 | Daarom zullen zij den overvloed, [dien] zij vergaderd hebben, en hetgeen zij weggelegd hebben, aan de beek der wilgen voeren. |
Jesaja 44:4 | En zij zullen uitspruiten tussen in het gras, als de wilgen aan de waterbeken. |
Ezechiel 17:5 | Hij nam ook van het zaad des lands, en legde het in een zaadakker; hij nam het, hij zette het bij vele wateren met grote voorzichtigheid. |
Hosea 4:13 | Op de hoogten der bergen offeren zij, en op de heuvelen roken zij, onder een eik, en populier, en iepeboom, omdat derzelver schaduw goed is; daarom hoereren uw dochteren, en uw bruiden bedrijven overspel. |