Job 6:16 | Die verdonkerd zijn van het ijs, [en] in dewelke de sneeuw zich verbergt. |
Job 37:10 | Door [zijn] geblaas geeft God de vorst, zodat de brede wateren verstijfd worden. |
Job 38:29 | Uit wiens buik komt het ijs voort, en wie baart den rijm des hemels? |
Psalm 147:17 | Hij werpt Zijn ijs heen als stukken; wie zou bestaan voor Zijn koude? |
Jeremia 36:30 | Daarom zegt de HEERE alzo van Jojakim, den koning van Juda: Hij zal geen hebben, die op Davids troon zitte; en zijn dood lichaam zal weggeworpen zijn, des daags in de hitte, en des nachts in de vorst. |