Exodus 23:1 | Gij zult geen vals gerucht opnemen; en stelt uw hand niet bij den goddeloze, om een getuige tot geweld te zijn. |
Deuteronomium 5:20 | En gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste. |
Spreuken 10:18 | Die den haat bedekt, is van valse lippen, en die een kwaad gerucht voortbrengt, is een zot. |
Spreuken 10:19 | In de veelheid der woorden ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt, is kloek verstandig. |
Spreuken 18:8 | De woorden des oorblazers zijn als dergenen, die geslagen zijn, en die dalen in het binnenste des buiks. |
Jeremia 9:4 | Wacht u, een iegelijk van zijn vriend, en vertrouwt niet op enigen broeder; want elk broeder doet niet dan bedriegen, en elk vriend wandelt [in] achterklap. |
1 Timotheus 5:13 | En meteen ook leren zij ledig omgaan bij de huizen; en zijn niet alleen ledig, maar ook klapachtig, en ijdele dingen doende, sprekende, hetgeen niet betaamt. |