Handen wassen (onschuld)

Bijbelteksten

Deuteronomium 21:6En alle oudsten derzelver stad, die naast aan den verslagene zijn, zullen hun handen wassen over deze jonge koe, die in dat dal de nek doorgehouwen is;
Deuteronomium 21:7En zij zullen betuigen en zeggen: Onze handen hebben dit bloed niet vergoten, en onze ogen hebben het niet gezien;
Psalm 26:6Ik was mijn handen in onschuld, en ik ga rondom uw altaar, o HEERE!
Psalm 73:13Immers heb ik tevergeefs mijn hart gezuiverd, en mijn handen in onschuld gewassen.
Mattheus 27:24Als nu Pilatus zag, dat hij niet vorderde, maar veel meer [dat er] oproer werd, nam hij water en wies de handen voor de schare, zeggende: Ik ben onschuldig aan het bloed dezes Rechtvaardigen; gijlieden moogt toezien.

Hadderech