Job 30:29 | Ik ben den draken een broeder geworden, en een metgezel der jonge struisen. |
Psalm 63:11 | Men zal hen storten door het geweld des zwaards; zij zullen den vossen ten deel worden. |
Jesaja 13:22 | En wilde dieren der eilanden zullen in zijn verlaten plaatsen elkander toeroepen, mitsgaders de draken in de wellustige paleizen; hun tijd toch is nabij om te komen, en hun dagen zullen niet vertogen worden. |
Jesaja 34:14 | En de wilde dieren der woestijnen zullen de wilde dieren der eilanden [daar] ontmoeten, en de duivel zal zijn metgezel toeroepen; ook zal het nachtgedierte zich aldaar nederzetten, en het zal een rustplaats voor zich vinden. |
Jesaja 43:20 | Het gedierte des velds zal Mij eren, de draken en de jonge struisen; want Ik zal in de woestijn wateren geven, [en] rivieren in de wildernis, om Mijn volk, Mijn uitverkorenen drinken te geven. |
Jeremia 14:6 | En de woudezels staan op de hoge plaatsen, zij scheppen den wind gelijk de draken; hun ogen versmachten, omdat er geen kruid is. |
Jeremia 50:39 | Daarom zo zullen de wilde dieren der woestijnen met de wilde dieren der eilanden [daarin] wonen; ook zullen de jonge struisen daarin wonen; en men zal er geen verblijf meer hebben in eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht. |
Klaagliederen 4:3 | [Gimel.] Zelfs laten de zeekalveren de borsten neder, zij zogen hun welpen; [maar] de dochter mijns volks is als een wrede geworden, gelijk de struisen in de woestijn. |
Micha 1:8 | Hierom zal ik misbaar bedrijven en huilen; ik zal beroofd en naakt gaan; ik zal misbaar maken als de draken, en treuren als de jonge struisen. |
Maleachi 1:3 | En Ezau heb Ik gehaat; en Ik heb zijn bergen gesteld [tot] een verwoesting, en zijn erve voor de draken der woestijn. |